De winter werd voor één seizoen overgeslagen en het slot van de voetbalcompetitie kondigt zich aan. In de sportedities van kranten duiken steeds meer namen op als Valverde, Boonen en Chavanel. Met andere woorden: de laatste belangrijke baltoetsen staan nog te gebeuren, maar de media-aandacht is reeds op een volgend wieler-luik gericht. Zo snel gaat het tegenwoordig…
Dit maar om te stellen, dat alles relatief is. Zeker het sportgebeuren, en in bepaalde mate misschien ook zelfs de arbitrage. Hoe graag we ook met die hobby bezig zijn, toch moeten we bekennen dat er belangrijker dingen in een mensenleven zijn. Afhankelijk van de leeftijd zijn dat o.a. de studies, het familiaal gebeuren, het werk, het sociaal engagement e.d. Om het simpel uit te drukken: een goede match als arbiter is geen garantie voor een goed examen chemie, ook niet voor een knuffel van vriend, vriendin of ega. Laat staan, dat je goeie match je de maandag erop directe promotie oplevert op het werk, of dat je ermee een stukje zon brengt in de ogen van iemand met zorgen en verdriet.
Een goede match is echter wel een stimulans en kan ons inderdaad helpen om het juiste evenwicht te bewaren en dit positieve gevoel ook uit te dragen. Remember: ‘Gedeelde vreugde, is dubbele vreugde’. Daarom alleen al, is het je plicht om als scheidsrechter steeds het beste van jezelf te geven en tot een goede prestatie te komen: op die manier zul je beter en meer met anderen kunnen delen, en dit op alle gebied. En daar gaat het om.
Daarom heb ik grote waardering voor de jeugdref op leeftijd, die tijdens de rust van zijn eigen match even komt ‘piepen’ naar een flard van de wedstrijd van die jonge arbiter en hem nadien enthousiast weet te vertellen dat hij met kennis van zaken heeft gezien ‘dat die knul best een aardig partijtje kan fluiten’. Dat doet deugd en beiden worden er sterker door!
Laat mij vooral ook stellen, dat het begrip ‘goede match’ zeker niets te maken heeft met de reeks waarin gefloten wordt, noch met het niveau van de competitie. Zowel reeks als niveau kunnen gaan van beginnend tot heel hoog. Het gaat erom, dat de ref op ‘zijn’ wedstrijd (die tussen haakjes ‘de belangrijkste match van het weekend is’- zowel voor de ref als voor de spelers!) op zijn/haar niveau en met zijn/haar capaciteiten er het beste van gemaakt heeft, en daar ook genoegdoening aan heeft beleefd. Zo kan ik mij perfect een prachtige arbitrage indenken in de gewestelijke jeugdreeksen, en tegelijk een sublieme arbitrage hogerop. Zoals een collega nog dit seizoen terecht opmerkte: ‘Iedere wedstrijd dient gefloten te worden’.
Hou als ref, wat je niveau ook wezen mag, steeds voor ogen dat je je taak als scheids nog steeds als je hobby dient te beschouwen, en dat je er plezier aan dient te beleven. Gaat je prestatie gepaard met een promotie, dan is dat lekker meegenomen en zal je daar zeker verdienste aan hebben. Blijf je in je reeks (wat een prestatie op zich is, zeker in klimmen en dalen!) en arbitreer je graag? Wat wil je nog meer?
Aan allen: een goede eindfase toegewenst, en veel arbitrageplezier zodat je veel kunt delen … ook buiten de arbitrage…
Rony Callewaert
Opleider P.S.C. West-Vlaanderen
(3165 keer bekeken)